de kunstenaar

Schilderen laag over laag

 

Over het werk van Maarten Thiel

by Dirk Schwarze

 

Wat ist het belangrijkste vereiste voor de betrouwbare en stipte uitvoering van een taak? Dat je de technische kant zo goed beheerst dat je over de afl oop verder niet meer hoeft na te denken. Het is de routine in de omgang met het werk

van alledag die voor de geest de ruimte schept om nieuwe inhoudelijke uitdagingen aan te gaan. Het is een constatering
die in beginsel voor elke discipline geldt.

Of toch niet? Maarten Thiel ziet het in elk geval anders. Hij schildert en tekent sinds rond veertig jaar. Al bijna net zo lang,
leeft de uit Nederland afkomstige kunstenaar in Kassel (Duitsland). Hij beschikt over een ruime ervaring en kan terugzien
op een succesvolle carrière. Maar niets schrikt hem meer af dan het gevoel in herhaling te vervallen of gewoontegetrouw
te handelen: „Ik ben altijd bang dat het tekenen en schilderen een automatisme wordt. Daar hou ik helemaal niet van“.
Dit zegt hij met veel nadruk.

Naar mijn mening is dat in zijn werk terug te vinden. Zijn schilderijen hebben altijd iets tegedraads Ze zitten vol breuklijnen.
Soms krijg je de indruk dat twee tegenstrijdige beginselen de strijd met elkaar aangaan. Soms gebruikt Maarten
Thiel voor de opbouw van een groot oppervlak maar één kleur. Bijvoorbeeld een diep rood, een hemelsblauwe tint of
een koolzaadkleurig geel. De kleuren breiden zich uit en worden helder afgebakend. Maar plotseling verstoren verfresten
of balken het perfect ogende kleuroppervlak. Of je ziet helder omlijnde driehoeken en hermetisch gesloten vierkanten
met lijnen pal ernaast, die bijna op krabbels lijken en in hun hoedanigheid irritieren. En dan zijn er nog de schilderijen die
er uitzien, alsof een soepele en rustige compositie met korte heftige penseelstreken overgeschilderd is en wel op een
manier, alsof er iets uitgevlakt moest worden.

Kloppen deze waarnemingen? Oppervlakkig gezien wel. Voor wie deze zienswijze volgt, is het al verbluffend hoe helder
de schilderijen aandoen, welke souvereine kracht ze ontwikkelen en hoe het oog heen en weer getrokken wordt tussen
rustige vlakken en schilderkunstige interventies. Maar wij blijven niet aan de oppervlakte.

Wie tot het wezen van Thiels schilderkunst wil doordringen, zou eens een tijdje over zijn schouder mee moeten kijken.
Dan breekt het besef door dat die schilderkunst een avontuur is, een langdurig en langzaam proces. Thiels schilderijen
komen in etappes tot stand. Meestal staan er diverse doeken in verschillende stadia van voltooidheid in zijn atelier. Sommige
wachten jarenlang op hun voltooiing.

Het gaat, zo stel ik mij voor, zoals soms bij een gesprek: er wordt een draad gesponnen, tot hij plotseling afbreekt en er
iets anders ter sprake komt. Natuurlijk zou Thiel er vormen en kleueren overheen kunnen zetten, net zoals je over het
weer begint of over je laatste vakantie, als je over het oorspronkelijke gespreks-onderwerp bent uitgepraat. Maar voor
deze kunstenaar is het spanningsveld dat tussen de kleuren en de structuren ontstaat, van groter belang dan de snelle
voltooiing van het werk. Het gaat hem om het schilderen zelf, om de bevrijding van een kleur om het zichtbare ritme van
de kwast, om de overlapping van de nog ongevormde vlakken, om de reactie op of de weerklank van hetgeen er al op het
doek aanwezig is. Al doende wordt de schilder zelf in de compositie getrokken. En als deze eenmaal contour gekregen
heeft, heeft hij het niet meer alleen voor het zeggen. Het schilderij ontwikkeld zich volgens eigen wetmatigheid en brengt
de kunstenaar niet zelden op ongedachte plekken.

Zo ontstaan deze schilderijen, laag over laag. Vijf à acht verfl agen bedekken de grondlaag, eer zich datgene openbaart
wat we uiteindelijk te zien zullen krijgen. Waarom al deze moeite, als tenslotte aan de oppervlakte een heel andere compositie
zegeviert? Omdat deze schilderijen vanuit de diepte opgebouwde kleuroppervlakken zijn en omdat de kleuren en
gebarende structuren vanuit de ondergrond opstijgen en de bovenste laag veranderen en levendig maken, haar kracht
en diepte geven. Neem uw kans waar en bekijk de schilderijen van nabij, dan wordt u de adem gewaar die uit de diepte
stijgt, juist omdat de schilderijen niet dichtgeschilderd zijn, maar open getuigenis afl eggen van hun onststaan. In dit opzicht
zijn de elementen van de bovenste laag ook antwoorden op dat, wat zich er onder heeft afgespeeld.


Ooit begon Maarten Thiel als tekenaar en schilder van het kleine formaat; minuscule details in zijn werk herinneren daar
nu nog aan. Met name de talrijke architectuurprojecten uit de afgelopen jaren, waarbij Thiel keurconcepten voor ruimtes
en gebouwen ontwikkelde, brachten hem tot grotere formaten. De kleurvlakken wonnen nog aan kracht en de contrasten
tussen de vlakken en hun inbreuken namen verder toe. Kleurconcepten voor gebouwen vergen nauwkeurige voorbereidingen.
Berekeningen, schetsen en voorstudies zijn noodzakelijk. De uitvoering verloopt volgens plan.
Af en toe heeft Thiel deze aanpak op zijn schilderkunst toegepast. Maar dat is uitzondering gebleven. Zijn oorspronkelijke
manier van werken heeft de overhand behouden: de schilder laat zich door een eenmaal opgezette compositie meetronen
in zijn schillderij, het schilderij neemt de regie over, om hem die eigenlijk zijn schepper is verrassende ontdekkingen
te bereiden.

Wie afgaat op de schilderijen van de afgelopen paar jaar, zou Maarten Thiel als een kunstenaar kunnen bestempelen die
zich tot zuiver abstract schilderen heeft bekeerd. Daar komt bij dat de vertrouwde tegenstelling tussen koele constructie
en emotioneel schilderkunstig gebaar niet op zijn werk van toepassing is. Beide zijn in Thiels schilderijen aanwezig.
Steeds opnieuw vechten ze om de voorrang. Mij verbaasd steeds opnieuw hoe gevarieerd Thiel zijn composities aanpakt.
Neem de vlakverdeling, de overschilderingen of het wegkrassen niet één schilderij lijkt op een ander. Toch zijn ze alle van
Thiels handschrift doordrongen. Het geldt niet alleen voor zijn recente productie, het geldt voor zijn hele oeuvre.


Over één aspect van dat oeuvre heb ik het nog niet gehad. Dat is het vertellend naturel van Maarten Thiel, een neiging die hij nooit geheel kan onderdrukken. Hij houdt er van om herinneringen aan tekens en planten op te halen, om natuurtafrelen of symbolen van groeiprocessen ten tonele te voeren. Ze duiken op als brokstukken van een gebarsten wereld, suggereren gebeurtenissen of zijn
louter schetsmatige vormen, en raadselachtige tekens. Zo zie je bij voorbeeld grassen, oeverriet en stengels, maar ook stutten, die aan steiger- of vestingachtige constructie doen denken. Een andere keer herken je slanke driehoeken, die de vorm van een zeil aannemen of bladeren,
balken en kubussen.

Zijn het citaten uit de werkelijkheid? Sommige tekens herinneren aan een tijd toen Thiel nog overwegend fi guratief en verhalend werk maakte. Maar ze zijn nooit belangrijker dan de abstracte elementen in zijn composities. Misschien doen we ze nog het meeste recht als we ze zien als fl arden van droombeelden die uit het onderbewustzijn zijn opgestegen om zich op het geschilderde vlak te manifesteren.

Tot slot iets over het grafische werk. Tekeningen hebben bij Maarten Thiel van ouds een eigen plaats. Weliswaar zijn er bladen die als voorstudies voor schilderijen of etsen te beschouwen zijn. Maar Thiel is evenzeer tekenaar als
schilder.Zelf leerde ik hem eerst als tekenaar en grafi cus kennen. Wie enkele van zijn grote schilderijen bekijkt, ontdekt al gauw dat de aard van de tekenaar zich niet laat verloochenen, hoe deze patronen te voorschijn tovert en materialen of structuren weet te treffen.


De voorliefde voor de met stift of naald getrokken lijn is in de etsen nog sterker herkenbaar. Daar gaat het om plastische,
fi guratieve vormen. In Thiels kleuretsen versmelten zijn beide talenten dat van de schilder en van de tekenaar. De etsen
zijn vervuld van de kracht van de schilderijen, ze weerspiegelen deze, vergroten hun uitdrukking en tegelijkertijd disciplineren
ze de picturale expansie; accentueren haar door middel van strak omlijnde tekens.


Dat wil zeggen: de etsen zijn geen gewone verveelvoudigingen van picturale concepten. Veeleer leggen ze een nieuw
terrein open. De schilder vindt er een middel in om zich zelf ter discussie te stellen. En ons bezorgen ze weer een andere
manier van kijken.


© Copyright Dirk Schwarze 2004